Vincent van Gogh en de turfschuit

Vincent van Gogh - De Turfschuit - 1883

“Hé joh, haj niks te doen hebt, kuj oons wel helpen”

Al voordat de zon opkwam waren Gertrude en Johan onderweg van hun huisje op het hoogveen naar de laadplaats waar de kleine schuit lag om geladen te worden met turf. Een klein half uur uur waren ze onderweg. Gistermorgen in alle vroegte waren ze begonnen. Tot de schemering hadden ze keihard doorgewerkt. De schuit was voor de helft geladen. Vandaag zouden ze de klus afmaken.

Het is laat in de herfst, de berken hebben hun bladeren al laten vallen.
De turfschuit ligt halverwege Erica en Klazienaveen. Vanwege de uitlopers van de Hondsrug heeft de Hoogeveensche Vaart hier hoge wallen. Dat maakt het toch al beulswerk voor Johan extra zwaar. Op de plank die schuin vanaf de wal op de turfschuit ligt kan Johan zijn volgeladen krooie amper in bedwang houden. Gisteren was er een krooie vol turf tussen wal en schuit gevallen. Gertrude is erg handig in het goed beladen van de schuit.

Eigenlijk is het turfseizoen al een paar weken ten einde. Dit zou het laatste vrachtje van de veenbaas zijn. Deze kans lieten Gertrude en Johan niet voorbijgaan. Het betekende wat extra geld in het laatje van hun armoedig bestaan van het gezinnetje.

Johan moest nu de turf steeds verder verwijderd van de schuit halen. Hij was langer onderweg voordat hij een volle krooie voorover in de schuit kon gooien. Daarom kon Gertrude het nu wat rustiger aandoen. Gelukkig, want haar rug begon steeds meer pijn te doen doordat ze de hele dag krom moest staan.
Gelukkig was de dag al voor de helft voorbij.

De vreemdeling aan de andere kant van het kanaal had vanmorgen eerst een uur onder in de wal zitten kijken. Alleen maar kijken, verder deed hij niets. Met zijn blauwe hoed en rode baard kwam de vreemdeling het hardwerkende echtpaar niet bekend voor. Hij gaf ook geen antwoord op de vraag van Gertrude of hij kon helpen als hij toch niets te doen had.

Pas na een uur kwam de vreemdeling in beweging en zette een schildersezel op de wal en haalde schildersmateriaal uit zijn tas. Af en toe keek hij naar de overkant en streek dan zijn penseel over het doek. Gertrude en Johan stoorden zich er niet meer aan.
Onder de schaft zagen Gertrude en Johan dat de vreemdeling nog steeds aan het schilderen was. Ook reageerde hij niet op voorbijgangers die een praatje met hem probeerden te maken. Hoofdschuddend liepen ze verder.

Tegen vijven werd het al schemerig. Het herfstzonnetje verdween langzaam maar zeker achter het ruige hoogveengebied. Een buizerd scheerde over het open veld.
“Het wark zit d’r op” verzuchtte Gertrude opgelucht. De plank werd ter afsluiting van de werkzaamheden over de lading turf gelegd. Morgenvroeg kon de turfschuit gehaald worden. Op dat zelfde moment gooide ook de vreemdeling zijn schildersezel over zijn schouder. Het andere materiaal had hij al ingepakt.
Zonder te groeten verdween hij in de schemering richting Erica.

Gertrude en Johan zijn nooit te weten gekomen dat zij het levend decor vormden voor het schilderij “De Turfschuit” van Vincent van Gogh. Hij logeerde in 1883 drie maanden in logement Scholte in Nieuw-
Amsterdam.